Je komt in ons ziekenhuis voor een angiografie van de dialyseshunt. Je dokter heeft dit met jou en je ouders besproken.
Angio-grafie bestaat uit 2 woorden:
Angio: komt van een Grieks woord en betekent: ‘van het bloed’
Grafie: betekent hier: het opschrijven van gegevens
Met een angiografie maken we röntgenfoto’s van jouw bloedvaten. Dit doen we met behulp van contrastvloeistof. De contrastvloeistof komt in je bloedvaten via de dialysenaald.
Er zijn twee soorten angiografieën :
1) Een diagnostische angiografie (een onderzoek)
De dokter bekijkt je bloedvaten dan heel goed. Het onderzoek duurt ongeveer een uur.
2) Een interventionele angiografie (een behandeling)
Een dokter voert de behandeling uit. Hij repareert dan de bloedvat(en) van je dialyseshunt. De behandeling die het meest voorkomt is dotteren. Dat gebeurt om een vernauwing in het bloedvat op te rekken. De dokter gebruikt daarvoor een klein ballonnetje.
Welke behandeling jij krijgt hoor je meestal van tevoren van de dokter. Het kan ook zijn dat de dokter eerst kijkt. Als het nodig is, voert hij daarna een behandeling uit. De dokter bespreekt van tevoren zo goed mogelijk wat hij gaat doen. In deze folder staat beschreven hoe deze behandelingen gaan.
De behandeling duurt ongeveer een uur. Het hangt er vanaf wat de dokter wil doen.
Een angiografie maken kan op sommige momenten pijn doen. Er mag iemand bij je blijven tijdens de angiografie. Je vader, moeder of iemand anders die je graag bij je hebt.
Verpleegafdeling in het WKZ
Voor een angiografie word je voor een dag opgenomen op een afdeling in het WKZ. Soms wil de dokter dat je langer blijft. Dat bespreekt hij van tevoren.
Angiokamer in het UMC-gebouw
We doen de angiografie in de angiokamer op de afdeling radiologie in het UMC-gebouw. Het WKZ ligt naast het UMC-gebouw. Het UMC-gebouw is het ziekenhuis voor volwassenen. Je gaat rijdend in een bed van het ene naar het andere ziekenhuis door een tunnel.
Je dialyseshunt
Je bloed stroomt door heel veel grote en kleine bloedvaten naar alle delen van je lichaam. Onderweg geeft het bloed zuurstof en voedingsstoffen af en haalt het koolzuurgas en afvalstoffen op. Hierdoor kunnen alle organen en spieren hun werk goed doen.
Het hart pompt je bloed rond. Dit heet de bloedsomloop.
- Bloedvaten die zich vanaf het hart door het lichaam vertakken, noemen we slagaders.
- Bloedvaten die het bloed weer naar je hart toe brengen, heten aders.
Om te kunnen dialyseren moet jouw bloed via slangetjes door de dialysemachine met de kunstnier. We kunnen dan niet iedere keer in een gewoon bloedvat prikken. Het zou te snel beschadigen en er stroomt te weinig bloed doorheen.
Om toch te kunnen dialyseren, legt de dokter een shunt aan. Dat is een kunstmatige verbinding tussen een slagader en een ader. De slagader vertakt zich nu niet verder, maar is rechtstreeks aangesloten op de ader. Daardoor ontstaat een soort lus. Via de shuntbuigt de slagader weer af naar je hart toe. Door de druk van de slagader, wordt de ader dikker en sterker. Er stroomt meer bloed doorheen.
Voordat jij begon met dialyseren, is er tijdens een operatie een shunt aangelegd. Die zit in je arm of in je been.
Hoe werkt het röntgenapparaat?
Het röntgenapparaat maakt foto’s met behulp van röntgenstralen. Dat zijn een soort sterke lichtstralen. Röntgenstralen kun je niet zien. Je voelt ze ook niet. Maar ze gaan dwars door je kleren en je huid heen.
Van botten kun je goed röntgenfoto’s maken, omdat ze hard en stevig zijn. Je ziet dan een mooie witte afdruk op de röntgenfoto. Je bloedvaten kun je niet zien op een gewone röntgenfoto. De stralen gaan door de bloedvaten heen. Net als door je kleren. Om je bloedvaten goed zichtbaar te maken, gebruiken we contrastvloeistof. Daar komen de röntgenstralen niet doorheen.

Voor ouders
Bent u (misschien) zwanger? Zeg dit dan vóór het onderzoek tegen één van de medewerkers van de afdeling Radiologie. U mag wel bij uw kind zijn als uw kind op het bed gaat liggen. Maar niet als we de röntgenfoto’s maken. Laat dan een ander vertrouwd persoon bij uw kind blijven.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Wat moet je van tevoren weten?
- Twee uur voordat je naar de angiokamer komt, mag je niet meer eten. Je moet wel blijven drinken volgens je dieetlijst.
- Metalen voorwerpen kunnen het onderzoek verstoren, draag dus bijvoorbeeld geen sieraden.
- Meestal mag je die dag je medicijnen gewoon innemen. Behalve als de dokter heeft afgesproken dat hij niet wil dat je je medicijnen neemt.
Voor ouders
- Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór de angiografie niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de nefroloog.
- Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de nefroloog te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen.
- Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor contrastvloeistof? Meld dit dan altijd.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Wat gebeurt er tijdens de angiografie van de dialyseshunt?
Het onderzoek gebeurt in de angiokamer. Je vader en/of je moeder mogen bij je blijven. Tijdens het onderzoek is het halfdonker in de kamer. Zo kunnen we beter op het beeldscherm kijken. Een dokter doet het onderzoek en een laborant helpt hem. Zij dragen groene pakken.
Medicijn
Je moet heel lang stilliggen. Om zolang stil te kunnen blijven liggen, kun je een medicijn (Dormicum®) krijgen waar je rustig van wordt. De dokter bespreekt dit met jou. Dit medicijn geven we vlak voor het onderzoek via je dialysenaald. Iedereen reageert anders op Dormicum®. Sommige kinderen vallen in slaap. Anderen worden alleen een beetje suffig. Je gaat soms wat langzamer praten, je ziet dubbel, of je voelt je zweverig. Je voelt je soms dus anders dan gewoon. Misschien doe je ook anders. Dat is allemaal niet erg. Het gaat over als de medicijnen uitgewerkt zijn. Na de angiografie herinner je je vaak niet precies wat er gebeurd is.
Hoe gaat de angiografie?
- Je gaat van je bed af en gaat op de onderzoekstafel liggen. Op je rug met je armen langs je lichaam.
- We vragen je arm of been bloot te maken.
- Als je Dormicum® krijgt, krijg je een plakker met daarin een klein lampje op je vinger of teen geplakt. Dat is een saturatiemeter. De dokter kan dan zien hoeveel zuurstof er in je bloed zit. Dat doet geen pijn.
- Als de angiografie direct na dialyse gebeurt, zit(ten) de dialysenaald(en) nog in je arm of been. Anders wordt je shunt aangeprikt zoals je kent van de dialyse.
- Via je dialysenaald krijg je de Dormicum®. Je wordt dan langzaam slaperig.
- We leggen groene steriele doeken over je lichaam. Je hoofd en arm of been blijven vrij. Dit is omdat alles heel schoon moet blijven.
- Aan je dialysenaald komt een slangetje waar een spuit met contrastvloeistof aan vastzit. Met deze spuit kan de dokter steeds een bepaalde hoeveelheid contrastvloeistof in je shunt spuiten.
- Door het inspuiten van de contrastvloeistof krijg je een warm gevoel door je hele lichaam. Soms krijg je ook een rare smaak in je mond. Dit gaat allemaal weer over.
- Het maken van de röntgenfoto’s gaat helemaal vanzelf. Je hoort pieptonen als de foto’s gemaakt worden. Er worden meerdere series foto’s gemaakt.
- Als alle foto’s gemaakt zijn, en de angiografie was alleen voor onderzoek, dan ben je klaar.
- Krijg je nog een dotterbehandeling, dan gaat de dokter dit doen.
Wat gebeurt er tijdens het dotteren?
Het kan zijn dat je bloedvat op één of meerdere plekken te nauw is. Je bloed stroomt dan niet goed. De dokter kan dit verhelpen met een dotterbehandeling.
De eerste stappen zijn hetzelfde als bij de angiografie. Daarna gebeurt er het volgende:
- We vervangen je dialysenaald door een introducersheath. Dat is een plastic buisje van 5 -10 centimeter.
- Er gaat eerst een voerdraad door het buisje. Dat is een stevige draad die de weg wijst voor de katheter. Daarna kan de ballonkatheter door het buisje. Een ballonkatheter is een slangetje met aan het uiteinde een soort ballonnetje.
- De dokter schuift de katheter naar de plek van de vernauwing. Op het beeldscherm kan hij dat goed zien.
- Als de ballonkatheter op de juiste plek zit, wordt er lucht in het ballonnetje geblazen. De vernauwing gaat hierdoor weg. Het bloedvat is weer open. Het bloed kan er weer goed doorheen stromen.
- Het dotteren kan pijn doen, omdat het ballonnetje tegen de wand van je bloedvat drukt.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Na de angiografie
- De dokter haalt de dialysenaald(en) en/of de katheter, de voerdraad en de introducersheath uit je bloedvat. Dit is even pijnlijk. De aanprikplek wordt afgedrukt net als na dialyse. Als de plek dicht zit, krijg je net als anders een drukverband.
- We halen de saturatiemeter weer van je vinger af.
- Je gaat dan op een bed weer terug naar de afdeling in het WKZ.
- Je mag meteen weer eten en drinken. Drinken is goed om de contrastvloeistof uit je lichaam te krijgen. Je moet je wel gewoon aan je dieet houden.
- We controleren regelmatig je bloeddruk en je polsslag.
- Je mag weer naar huis als alles goed met je gaat.
- Het kan ook zijn dat je langer moet blijven. Bijvoorbeeld als de aanprikplek blijft nabloeden. Of als de dokter dat van tevoren met jou en je ouders heeft besproken.
De uitslag
De uitslag krijg je van de dokter die de angiografie aanvraagt. Dat gebeurt meestal tijdens de eerstvolgende afspraak. Of tijdens een van de erop volgende dialysedagen. Als we meer mensen naar de angiografie willen laten kijken, duurt het soms wat langer voor je de uitslag krijgt.
Bijwerkingen
Van de medicijnen (Dormicum®) kun je een beetje duizelig of suf worden. Heel soms is dit meer dan normaal. Je krijgt dan een medicijn om dit te verhelpen. Soms krijg je dan ook wat extra zuurstof met een kapje dat naast of op je gezicht ligt. Van extra zuurstof word je ook minder duizelig en suf.
Je kunt allergisch zijn voor de medicijnen. Dit komt maar weinig voor. Je merkt het aan je huid. Die kan jeuken of rood worden.
Complicaties
Zelfs als een behandeling helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Ook bij een angiografie van de dialyseshunt gaan de dingen soms anders dan de bedoeling is. Gelukkig gebeurt dit niet zo vaak.
Wat kun jij merken van een complicatie?
- Soms ben je allergisch (overgevoelig) voor de contrastvloeistof. Dit merk je direct na het inspuiten. Je voelt je dan benauwd, je krijgt jeuk, een rood gezicht of je moet steeds niezen. De dokter of laborant geeft je daar dan direct een medicijn tegen.
- De aanprikplek kan nog nabloeden. Waarschuw meteen de verpleegkundige als je dit merkt. Zij drukt de plek dan opnieuw af. Daarna legt ze een nieuw drukverband aan.
- Je arm of been kan verkleuren, vreemd aanvoelen, warm of juist koud worden. Waarschuw dan altijd de verpleegkundige.
- Op je arm of been kan een blauwe plek (bloeduitstorting) komen. In het begin is dat wat gevoelig. Na een paar dagen gaat deze weer weg.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de afdeling radiologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Radiologie
De polikliniek is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.