Terug

Scheelzien-operatie

Patiëntfolder

Informatie voor ouders

Uw kind komt voor een onderzoek, behandeling of ingreep naar het ziekenhuis. Ieder kind en iedere ouder beleeft dit op zijn eigen manier. Het kan zijn dat er sprake is van spanning of onzekerheid. U en uw kind krijgen te maken met een nieuwe wereld, nieuwe mensen en onbekende situaties. Wij vinden het belangrijk om u en uw kind hierbij goed te begeleiden.

Deze folder is bedoeld om uw kind voor te bereiden. Maar ook om u te informeren over wat er gaat gebeuren. Als jullie weten wat jullie te wachten staat, geeft dat een gevoel van zekerheid en vertrouwen.

Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. De arts bespreekt met u, en als het mogelijk is ook met uw kind:

  • Waarom uw kind dit onderzoek, deze behandeling of ingreep krijgt
  • Hoe we dit onderzoek, deze behandeling of ingreep doen

Thuis stellen kinderen vaak meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. U weet welke informatie uw kind begrijpt en kan verwerken. Deze folder helpt u bij de voorbereiding.

Lees de folder éérst zelf. Zodat u goed weet wat er gaat gebeuren. U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Oudere kinderen kunnen natuurlijk zelf (mee)lezen. Bespreek achteraf samen of alles duidelijk is. Schrijf eventuele vragen op, zodat jullie die nog kunnen stellen in het ziekenhuis.

Verderop staan tips hoe u uw kind kunt voorbereiden en begeleiden bij het onderzoek, de behandeling of de ingreep.

Jongeren en WGBO: jouw rechten in de medische zorg

https://www.hetwkz.nl/nl/voorlichting/jongeren-en-wgbo/folder wgbo qr code

Je komt in ons ziekenhuis voor een operatie: de scheelzien-operatie. Jij hebt nu één of twee ogen die niet recht vooruit kijken. Dat noemen we scheelzien. Deze operatie is eigenlijk een operatie aan je oogspier(en). De dokter maakt de oogspier(en) korter of verplaatst ze. Daardoor staat je oog weer recht na de operatie. De dokter spreekt af of hij één of allebei je ogen gaat opereren. Als we allebei je ogen opereren, doen we dat in 1 operatie.

Van de operatie zelf merk je niks, want je bent onder narcose. Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicijnen. Je voelt dan helemaal niets meer.

De duur van de operatie is afhankelijk van het aantal spieren dat geopereerd wordt. Het duurt 15 minuten om 1 spier te opereren.

Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt, mogen de hele dag bij je blijven. Alleen niet tijdens de operatie. Maar dat merk je niet, omdat je dan onder narcose bent.

De scheelzien-operatie gebeurt meestal tijdens een dagopname. Dat betekent dat je één uur voor de operatie naar het ziekenhuis komt en dezelfde dag weer naar huis mag. Je hoeft dus ’s nachts niet te blijven slapen. Een paar uur na de operatie mag je weer naar huis.

Als je naar het ziekenhuis komt, ga je naar de afdeling dagbehandeling.

Je ogen

Je ogen werken eigenlijk net als een fotocamera. Een fotocamera krijgt lichtstralen binnen. De lenzen zorgen ervoor dat die precies op de “filmplaat” terecht komen. Ondertussen kun je nog scherp stellen. De echte foto krijg je pas als je hem print.

Met je ogen gaat het net zo. In je ogen komt licht binnen. Via lenzen komt dit licht op je netvlies. Daar wordt het licht omgezet in signalen. Die gaan via de oogzenuw naar een speciaal gedeelte van je hersenen. Daar wordt een beeld gevormd.

Eigenlijk zie je dus pas iets als de signalen in je hersenen aankomen. Dat gaat allemaal zo razendsnel en achter elkaar door, dat je daar niets van merkt. Je ziet gewoon de hele dag door alles. Zien doe je dus eigenlijk met je ogen èn met je hersenen.

Het oog bestaat uit:

  1. de oogbol
  2. de oogzenuw
  3. oogspieren
  4. oogleden
  5. traanklieren en buisjes

De oogbol bestaat (van voor naar achteren) uit:

De oogrok, dat is het witte gedeelte van je oog. Dat noemen we sclera.

  1. Een gedeelte van de oogrok is doorzichtig. Dat heet hoornvlies of cornea.

Het regenboogvlies of de iris. Dat zit achter het hoornvlies. De iris is het gekleurde gedeelte van je oog. Daaraan zie je dus wat voor kleur ogen je hebt. Blauw, bruin of groen.

  1. De iris regelt hoeveel licht er in je oog binnenkomt. In je iris zit namelijk een ronde opening. Dat is de pupil. De pupil zie je aan de buitenkant van het oog als het zwarte rondje. Het is zwart, omdat het in je oogbol donker is. Als er veel licht op je oog valt, wordt je pupil kleiner. Als het donker wordt, wordt je pupil juist groter. Hij moet dan zoveel mogelijk licht proberen op te vangen.
  2. Je iris is ook de scheiding tussen de voorste en de achterste oogkamer.

De lens zit weer achter je iris. De lens lijkt een beetje op een vergrootglas.

Achter de lens zit een gelei-achtig gedeelte, het corpus vitreum. We noemen dit ook wel glasvocht of het glasachtig lichaam. Het vult de hele achterste oogkamer. Het zorgt ervoor dat je oogbol mooi rond blijft.

Helemaal achter in de oogbol ligt het netvlies. Dat noemen we ook de retina.

  1. Het netvlies bestaat uit miljoenen zenuwvezels.
  2. Deze vangen de lichtstralen op en zetten ze om in signalen die via de oogzenuw naar de hersenen gaan.

In het midden van het netvlies zit de ‘gele vlek’. Een ander woord is macula lutea. Deze vlek zorgt ervoor dat we hele kleine dingen kunnen zien.

De oogzenuw

De oogzenuw is het eerste gedeelte van de oogzenuwbaan. De oogzenuw zit aan de achterkant van de oogbol als een stekker in een stopcontact. De plek waar de oogzenuw vast zit aan de oogbol heet de papil. Met de oogspiegel kan de oogarts deze plek bekijken.

Op de plaats van de papil zit geen netvlies. Met dit gedeelte kun je dus niet zien. Het wordt daarom de blinde vlek genoemd.

In de oogzenuw zitten ruim 1 miljoen zenuwvezels. Elke zenuwvezel geeft tegelijkertijd verschillende signalen aan de hersenen door. Het gedeelte in je hersenen dat de signalen uit de oogzenuwen opvangt, noemen we het zienscentrum.

De oogzenuwen van het rechter- en het linkeroog kruisen elkaar achter in je hoofd. Signalen van je rechteroog komen daardoor in het zienscentrum links. Signalen uit je linkeroog komen in het zienscentrum rechts.

De oogspieren

De oogspieren zitten met één uiteinde vast achter in de oogkas en met het andere uiteinde aan de buitenkant van de oogbol. Er zijn vier rechte oogspieren, die boven, onder en aan de twee zijkanten van het oog zitten. Hiermee kan het oog naar boven, onderen en opzij worden gedraaid. Ook zijn er twee schuine oogspieren, die zorgen voor het schuin naar boven en beneden kijken.

De oogleden

De oogleden kun je zelf zien. Het zijn de twee gedeelten waarmee je je ogen sluit. De oogleden beschermen je ogen tegen:

  1. Uitdroging, er is altijd een heel dun laagje traanvocht op je oog, daarom glimmen je ogen een beetje. Als je knippert met je ogen wordt het traanvocht dat op het hoornvlies ligt steeds ververst.
  2. Fel licht, je knijpt je ogen tot spleetjes. Daardoor komt er minder licht door de pupil in je oog en word je niet verblind.
  3. Vreemde voorwerpen die op je afkomen. Als dat gebeurt, zorgt een reflex ervoor dat je oogleden snel dichtgaan.

De traanklieren, kanaaltjes en traanbuis

Je traanklieren maken traanvocht. Traanvocht beschermt je ogen tegen uitdrogen, vuil en stof. De traanklieren liggen onder het bovenste ooglid. Het traanvocht vloeit uit de traanklier als een dun laagje over de voorkant van je oog. Je traankanaaltjes zorgen ervoor dat het traanvocht via de traanzak weg kan lopen.

Het traanvocht gaat via de traanbuis naar je neusholte. De traankanaaltjes zitten aan de kant van je neus in allebei je oogleden. Als je huilt, komt er extra traanvocht. Dat extra vocht zoekt een uitweg. Het rolt als tranen uit je ogen.

En via de traankanaaltjes, de traanzak en traanbuis komt er veel vocht tegelijk in je neus waardoor je begint te snotteren.

Wil je graag weten wat de dokter doet bij de scheelzien-operatie? Lees dan het volgende:

  1. De oogspieren zitten aan de buitenkant van je oogbol.
  2. Om daar goed bij te kunnen komen, draaien we je oog opzij.
  3. De dokter maakt het bindvlies een stukje open. Dan kan hij de oogspier die hij wil opereren goed zien.
  4. De dokter maakt de oogspier(en) los. Hij maakt de spier korter of verplaatst (=verzwakken) de spier. Daarna hecht hij hem weer vast aan het oogwit. Soms op dezelfde plaats, soms op een andere plaats.
  5. Het bindvlies wordt weer vastgehecht.
  6. De dokter gebruikt alleen maar hechtingen die vanzelf weer oplossen.

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Een tijdje vóór de scheelzien-operatie kom je op de oogpolikliniek voor een laatste oogonderzoek. De oogarts en de orthopist (dat is iemand die veel weet over scheelzien) bekijken dan welke oogspier(en) ze gaan opereren. Je hebt die dag ook een afspraak op de POS-poli. POS is de afkorting van: Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose.

Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicijnen. Je voelt dan niks van de operatie. We noemen dit wel slapen, maar het is geen gewone slaap. Als je onder narcose bent, kun je niet uit jezelf wakker worden.

De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen geeft. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de scheelzien-operatie klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.

De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping.

Op de POS-poli heb je, samen met je ouders een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de slaapdokter.

Wat gebeurt er op de POS-poli?

Ze willen van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld:

  1. welke ziektes je hebt gehad
  2. of je koorts hebt
  3. of je verkouden bent

Soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Vertel ons hoe we dit het beste bij jou kunnen doen.

Ze bespreken met jou en je ouders:

  1. Hoe het gaat als je onder narcose gaat.
  2. Hoe jij het beste de narcose kunt krijgen: met een infuus, of met een kapje.
  3. Of jij en je ouders toestemming geven voor de narcose zoals in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is vastgelegd.

Als je tegen de narcose op ziet of er vragen over hebt, bespreek dat dan met de POS-verpleegkundige of de slaapdokter. Heb jij of hebben je ouders behoefte aan voorbereiding en/of begeleiding dan mag je altijd naar de medisch pedagogisch zorgverlener vragen.

Op de POS-poli krijg je een folder over de narcose. Dan kun je nog eens nalezen wat er is verteld.

Voor ouders

  1. Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór de scheelzien-operatie niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de arts
  2. Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de arts te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen.
  3. Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor pleisters? Meld dit dan altijd.
  4. (Kinder)aspirine® is een pijnstiller die het bloed verdunt. Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder)aspirine®. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder)paracetamol geven.

Kort voor de narcose mag uw kind geen vaccinatie krijgen. We houden de volgende periode aan:

  1. twee dagen voor de narcose geen COVID, DKTP- en meningokokken-vaccinatie;
  2. twee weken voor de narcose geen BMR-vaccinatie.

Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen

In de folder “Narcose” lees je wat er gebeurt als je onder narcose gaat. Je leest daar ook hoe het gaat op de dag dat je geopereerd wordt.

Voor alle duidelijkheid vertellen we het hier nog een keer in het kort:

Thuis

  1. Je mag ’s ochtends niet meer eten en niet veel drinken. Voor de laatste informatie hierover, kijk je op https://www.hetwkz.nl/nl/operatie-ingreep-onderzoek-onder-anesthesie 

Op de verpleegafdeling

  1. Je komt op de verpleegafdeling.
  2. De verpleegkundige stelt nog wat vragen aan jou en je ouders.
  3. Als je wilt kun je de voorbereidingsspullen nog een keer bekijken.
  4. Je krijgt een operatiejasje aan en een naambandje om.
  5. Misschien krijg je een drankje of pilletje.
  6. Als je aan de beurt bent, ga je in bed of bij je ouder op de arm.
  7. Jullie gaan samen naar de wachtruimte (holding) bij de operatiekamer.

In de holding

  1. Eén van je ouders en de medisch pedagogisch zorgverlener of verpleegkundige doen operatiekleding over hun eigen kleding. Zo blijft alles schoon in de OK.
  2. De medewerkers van de operatiekamer komen jullie ophalen. Ze stellen nog wat vragen aan jou en je ouders.
  3. Ze nemen jou, één van je ouders en de medisch pedagogisch zorgverlener of verpleegkundige mee naar de operatiekamer.

In de operatiekamer

  1. Je gaat op de operatietafel liggen.
  2. Je krijgt een plakker met daarin een klein lampje om je vinger of teen geplakt.
  3. Je krijgt drie monitor-stickers op je borst geplakt.
  4. Je krijgt de narcose met een kapje of een infuus.
  5. Als je slaapt gaat je vader of moeder terug naar de afdeling.
  6. De dokter doet de operatie.

In de uitslaapkamer

  1. Je ligt weer in je bed als je wakker wordt.
  2. Eén van je ouders mag bij je komen zitten.
  3. Je hebt nog steeds de monitor-stickers, het lampje op je vinger.
  4. Je hebt een infuus in je hand.
  5. Als je goed wakker bent, rijden ze je met bed en al weer naar de afdeling.
  6. Aan het eind van de operatie hebben we zalf in je oog gedaan. Als je wakker wordt voelt je oog daardoor plakkerig aan. Het kan lastig zijn om je oog open te doen.
  7. Je oog is niet afgeplakt

Fenne (7 jaar): ‘Ik vond het wel een raar idee toen de dokter vertelde dat hij mijn oog ging opereren. Gelukkig merk je er niets van. Toen ik wakker werd voelde mijn oog wel anders. Alsof het dichtgeplakt zat.’

Na de behandeling uitklapper, klik om te openen

Terug op de afdeling

  1. Als je weer op de afdeling bent, mag je rustig in je bed blijven liggen. De verpleegkundige komt regelmatig bij je kijken.
  2. Misschien voel je je niet zo lekker, ben je misselijk of heb je ergens pijn. Zeg het tegen je vader of moeder of tegen de verpleegkundige als er iets is. Ze kunnen er dan rekening mee houden of je extra medicijnen geven. Hoe het bij jou zal gaan? Dat is moeilijk van tevoren te zeggen.
  3. Tijdens de operatie heeft de dokter de oogspieren moeten hechten aan de oogbol. Hiervoor heeft hij hechtingen gebruikt die vanzelf oplossen. Je ziet ze ook niet, maar het voelt alsof er een zandkorrel in je oog zit. Logisch dat je dan in je oog wil wrijven. Maar als je dat doet, wordt het eigenlijk alleen maar erger. Dus hoe moeilijk dat ook is probeer niet te wrijven!!
  4. Als je goed wakker bent, mag je weer wat drinken.

De dokter komt vertellen hoe het gegaan is. Hij bespreekt met jou:

  1. of je wel of niet je oog moet druppelen na de operatie. Als je moet druppelen, krijg je een recept voor oogdruppels mee.
  2. of je na de operatie oefeningen moet doen met je ogen. Hij vertelt dan ook waarom dat moet, wat en hoe vaak je de oefeningen moet doen.

Voor ouders

Naar huis

  1. Ga niet met uw kind op de fiets.
  2. Bent u met de auto? Zorg dan dat u met z’n tweeën bent. Uw kind kan misselijk worden en overgeven. Dan is het lastig om zowel op uw kind als op het verkeer te letten.
  3. U kunt ook een taxi bespreken.

De vervolgafspraak

De eerste controle is ongeveer twee weken na de operatie. De dokter bekijkt dan je oog. Ook bespreekt hij met jou en je ouders hoe het verder gaat. Na ongeveer drie maanden is het uiteindelijke resultaat duidelijk.

Bijwerkingen

Mogelijke bijwerkingen van de narcose

Tijdens een narcose krijg je een buisje in je keel, dat helpt om te ademen. Soms heb je daardoor wat keelpijn of klinkt je stem wat anders als je wakker wordt. Dat gaat na een poosje weer over. Door de slaapmedicijnen kun je wat misselijk zijn of moet je overgeven. Je kunt hiervoor medicijnen krijgen van de verpleegkundige in de uitslaapkamer of op de afdeling.

Soms kan het even duren voordat je je weer helemaal de oude voelt. Dit is normaal.

Mogelijke bijwerkingen van de scheelzien-operatie

  1. Op de plaats van de geopereerde oogspier is het oogwit rood. Het kan een paar weken duren voordat het weer mooi wit is.
  2. Gelijk na de operatie en vaak ook nog de volgende ochtend is het moeilijk om je ogen open te doen. Dat gaat iedere dag beter.
  3. Doordat je oog nu recht staat, zie je soms een tijdje dubbel. Dit kan een paar dagen tot twee weken duren. Duurt het langer, neem dan contact op met de behandelend arts. Belangrijk is om niet 1 oog dicht te doen.
  4. Het kan in het begin zijn dat je eraan moet wennen dat je nu anders kijkt. Dat is logisch, want je was er heel lang aan gewend dat je oog scheef stond. Voor jou was dat gewoon.
  5. Je mag nog niet verwachten dat je oog gelijk helemaal recht staat. De spieren moeten ook wennen aan de verandering. Na 3 maanden kunnen we pas echt zien of de operatie helemaal goed gelukt is. Het komt weleens voor dat we een tweede keer moeten opereren.

Complicaties

Mogelijke complicaties van de scheelzien-operatie

Zelfs wanneer een operatie helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.

Ook bij een scheelzien-operatie gaan de dingen soms anders dan de bedoeling is. Gelukkig gebeurt dit niet zo vaak.

Een bloeding tijdens de operatie

Tijdens de operatie kan een bloeding ontstaan. De dokter verhelpt dit gelijk tijdens de operatie.

Na de operatie

  1. Er kan een infectie buiten het oog ontstaan. Hiervoor krijg je antibiotica-druppels.
  2. Een ernstige complicatie, die gelukkig maar heel zelden voorkomt, is een infectie in het oog.

Mogelijke complicaties van de narcose

Ernstige complicaties door de narcose komen tegenwoordig nog maar heel weinig voor.

Wat mag je wel, wat mag je niet

  1. Tot de vervolgafspraak mag je je oog niet afplakken.
  2. Als je een bril hebt, ga je die na de operatie gewoon weer dragen.
  3. Als dat afgesproken is, moet je je ogen druppelen.
  4. Als dat afgesproken is, moet je oefeningen doen met je oog.
  5. Als je dat prettig vindt, kan je de eerste dagen na de operatie een zonnebril opzetten als je naar buiten gaat. Dat beschermt je ogen tegen fel licht en tegen stof.
  6. De eerste 14 dagen mag je niet zwemmen in chloorwater.
  7. Na een paar dagen kun je gewoon weer naar school.
  8. Je mag twee weken niet gymen of sporten.

Heb je nog vragen?

Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.

Voor vragen over de scheelzien-operatie kun je bellen met de afdeling Orthoptie:

telefoonnummer 088 75 588 40

Voor andere vragen of advies kun je bellen de Medisch Pedagogische Zorg:

• Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 755 4224

• Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl

• polikliniek: inloopspreekuur psychosociale zorg. kijk op de website voor meer informatie.

Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Polikliniek Oogheelkunde

Voor ouders: voorbereiding en begeleiding

https://www.hetwkz.nl/nl/uw-kind-voorbereiden tips qr code

Contact

Afspraken

Praktisch

hetwkz.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet