Hypospadie correctie
Hypospadie correctie
Hypospadie is een aandoening waarbij de plasbuis niet uitmondt aan de top van de penis, maar aan de onderzijde van de penis. De voorhuid is vrijwel altijd niet gesloten, maar gespleten. Ook kan er sprake zijn van kromstand van de penis.
Een hypospadie hoeft niet altijd behandeld te worden, maar de enige manier om een hypospadie te behandelen is door een operatie. Deze operatie wordt een hypospadie correctie genoemd.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Deze operatie vindt onder algehele narcose plaats op de operatiekamer. Uw kind slaapt dan en krijgt een buisje in de keel. Over de narcose en de tijden van nuchter zijn ontvangt u meer informatie tijdens afspraak op het Pre-Operatieve Spreekuur van de anesthesie (POS).
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Voor deze operatie zal uw kind onder narcose gebracht worden. U mag met uw kind mee naar de operatiekamer, totdat uw kind slaapt. Na de operatie wordt u opgeroepen om naar de uitslaapkamer te komen, zodat u direct weer bij uw kind kunt zijn.
Tijdens de operatie worden een aantal dingen beoordeeld en zo nodig gecorrigeerd.
Erectie
Tijdens de operatie wordt gecontroleerd of de penis recht staat bij een erectie. Wanneer er sprake is van een duidelijke kromstand, zal deze kromming zo goed mogelijk worden verholpen. Kromstand komt vaker voor bij ernstiger varianten van hypospadie.
Plasbuis
Bij lichte varianten van hypospadie is het soms niet nodig om de plasbuis te herstellen omdat deze al nagenoeg op de top van de penis uitkomt. Bij ernstiger varianten wordt vaak afgesproken om de plasbuis van uw kind te herstellen. Hierbij wordt de nieuwe opening van de plasbuis zo veel mogelijk op de top van de penis geplaatst.
Om de nieuwe plasbuis goed te laten genezen wordt tijdens de operatie een blaaskatheter geplaatst via de plasbuis tot in de blaas. Via deze katheter wordt de urine afgevoerd uit de blaas.
Voorhuid
Vaak is het mogelijk om de gespleten voorhuid weer te herstellen. Het wordt voorafgaand aan de operatie op de polikliniek met u besproken of u dit wenst. Ook is het mogelijk om de voorhuid te verwijderen zoals bij een besnijdenis gebeurt. In sommige gevallen is het niet mogelijk om de voorhuid te herstellen, omdat de voorhuid gebruikt moet worden voor het herstellen van de plasbuis. Pas tijdens de operatie kan echt beoordeeld worden of het mogelijk is om de voorhuid te herstellen.
Verband
Indien de operatie beperkt is, wordt de blaaskatheter aan het eind van de operatie meestal verwijderd en wordt slechts een kleine verbandpleister gebruikt. Deze kan thuis eenvoudig verwijderd worden.
Wanneer de ingreep uitgebreider is, wordt na de operatie vaak een groot drukverband aangebracht en blijft de blaaskatheter zitten. Dit verband beperkt de zwelling die na een operatie optreedt en vermindert eventueel bloedverlies.
De operatie duurt gemiddeld een 1.5 tot 2 uur.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Uitslaapkamer
U ziet uw kind weer op de uitslaapkamer. Meestal slaapt uw kind nog wat verder na de narcose. Soms moeten kinderen huilen en zijn ze overstuur. Uw kind heeft vaak nog een infuus in de hand of voet. Uw kind mag in principe vrijwel direct iets lekkers drinken of krijgt een waterijsje. De arts loopt langs om met u te spreken over de operatie.
Afdeling
Bij lichte varianten van hypospadie waarbij geen correctie van de plasbuis wordt uitgevoerd, kan de operatie meestal in dagbehandeling gebeuren. Er hoeft dan geen drukverband en geen blaaskatheter geplaatst te worden aan het eind van de operatie. Als uw kind zich na de operatie goed voelt en een goede plas gedaan heeft, kan uw kind in de loop van de dag weer naar huis.
Bij uitgebreidere ingrepen blijft het drukverband 3 tot 4 dagen zitten. In deze periode blijft uw kind opgenomen in het ziekenhuis. De plas loopt af via de blaaskatheter die door het drukverband naar buiten komt. Zolang uw kind een katheter heeft, krijgt hij een lage dosis antibiotica om de kans op een blaasontsteking te verlagen. Ook krijgt uw kind druppeltjes oxybutinine (Dridase) om pijnlijke blaaskrampen ten gevolge van de katheter te voorkomen.
Na 3 tot 4 dagen wordt op de afdeling het drukverband verwijderd. Afhankelijk van de ingreep wordt besloten of de katheter dan ook gelijk verwijderd kan worden, of dat deze nog enkele dagen langer moet blijven zitten. Wanneer de blaaskatheter verwijderd wordt mag uw kind naar huis nadat hij een goede plas heeft gedaan. Als de blaaskatheter nog moet blijven zitten, mag uw kind naar huis met de katheter. U krijgt goede instructies over de zorg bij een blaaskatheter.
Herstel thuis
Als de blaaskatheter thuis nog enkele dagen moet blijven zitten, is het van belang er op te letten dat deze goed blijft zitten. In deze periode mag uw kind niet naar school of het kinderdagverblijf. Zolang uw kind een katheter heeft, houdt uw kind de lage dosis antibiotica en druppeltjes tegen blaaskrampen. Enkele dagen tot een week na ontslag wordt uw kind weer kort opgenomen op dagbehandeling Kameleon. De avond voor de heropname op de dagbehandeling mag u voor het laatst de oxybutinine (Dridase) tegen de blaaskrampen geven. Als de wond goed geneest, kan de katheter verwijderd worden. Uw kind mag naar huis als hij een goede plas heeft gedaan na het verwijderen van de katheter.
Wanneer de blaaskatheter verwijderd is, kan het plassen nog een beetje gevoelig zijn. Ook kan er een beetje bloed in de urine zitten. Dit is meestal niet erg en gaat vanzelf over.
Als er in de luier ontlasting op het wondje komt, is het verstandig om de ontlasting met de douchekop voorzichtig af te spoelen met lauw water en de wond daarna voorzichtig droog te deppen.
Voorzichtig douchen kan meestal 2 dagen nadat de katheter is verwijderd weer. Het wordt afgeraden om zeep te gebruiken. Zwemmen en in bad gaan wordt afgeraden gedurende de eerste 2 tot 3 weken na de operatie totdat de wond goed genezen is.
De eerste 3 tot 4 weken mag uw kind niet op een (loop)fietsje. In deze periode wordt wild spelen of sporten ook afgeraden.
Complicaties
Zelfs wanneer een operatie helemaal goed is gedaan, kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Na een hypospadie correctie kan de wond gaan ontsteken. Dit wordt gekenmerkt door (uitbreidende) roodheid ter plaatse van de wond. Soms komt er viezig vocht uit de wond.
Bij ongeveer 1 op de 5 kinderen geneest de wond niet volledig. Er kan bijvoorbeeld een openingetje (fistel) ontstaan waar plas uit kan komen. Ook kan de gehele wond openvallen. Soms is het nodig om een nieuwe operatie uit te voeren in een latere fase. Uw arts bespreekt met u wat de opties zijn.
Als u twijfelt over de wondgenezing kunt u contact opnemen met het ziekenhuis.
Vervolgafspraak
Zes maanden na de operatie wordt er een controle afspraak gemaakt op de polikliniek. Dan wordt er gekeken of de wond goed is genezen.
Hierna zien we uw kind terug op de leeftijd van 5 jaar, 10 jaar en 15 jaar. Dan mag uw kind met een volle blaas naar de polikliniek komen om een plastest. Bij dit onderzoek kunnen we controleren of uw kind met een goede straal plast en of de blaas goed wordt leeg geplast. Op de polikliniek is er ook aandacht voor het uiterlijk van de penis, het plassen en eventuele kromstand tijdens erectie.
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
Vanwege Covid-19 kan de toegangstijd voor een eerste afspraak op onze polikliniek oplopen. We beoordelen alle verwijzingen en nodigen u uit voor een eerste afspraak op basis van medische urgentie. Wij hopen op uw begrip.
Lees meer over wachttijdenMeer weten uitklapper, klik om te openen
In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij deze behandeling
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen over uw behandeling of over uw afspraken? Neem dan contact op via Mijn UMC Utrecht (uw patiëntenportaal) of via de polikliniek Urologie
Polikliniek Urologie
Bereikbaar van maandag t/m vrijdag 08.30 - 12 uur en van 13.30 - 16 uur